Overleg met ministerie blijft wij tegen zij

Tegen wil en dank is Bart Kemp vergaderboer en actieleider geworden. Met zijn Agractie is hij bereid te zoeken naar compromissen, ‘maar niet ten koste van de boer’.

 

Een jaar na het grootse boerenprotest in Den Haag is Bart Kemp, voorzitter van Agractie, inmiddels wel gewend om een paar uur per dag te bellen met medebestuurders, ambtenaren of de pers. Kemp loopt een ronde langs de schapen op zijn bedrijf in Ede en houdt intussen het telefonische interview. De blatende schapen op de achtergrond laten hem onverstoord praten over de plannen die hij heeft en het roerige eerste jaar van Agractie sinds die 1 oktober vorig jaar. Er is veel veranderd, ziet Kemp. “De media hebben veel meer aandacht voor de boerenzaak, niet alleen voor de wetten en regels in de sector, maar ook voor de menselijke kant, over het sentiment in de sector. Daardoor hebben burgers meer begrip gekregen.”

Agractie had voor dit najaar ludieke evenementen voor boer én burger in de planning, maar corona gooit roet in het eten. Kemp is en blijft een actieleider, een beetje tegen wil en dank. Tijdens het protest stond Kemp voor duizenden boeren op het Malieveld in Den Haag en bekende hij liever op het bedrijf bezig te zijn dan acties te organiseren. Een paar maanden later deed hij een stapje terug, maar ging nooit echt weg bij de organisatie.

Pas op de plaats

“Na al het tumult heb ik even een pas op de plaats gemaakt, tijd gemaakt voor mijn gezin en bedrijf. Sinds afgelopen april staat de organisatie zoals ie nu is. Ik houd me vooral bezig met de grote lijnen, heb de eindverantwoordelijkheid als het over de input van Agractie gaat. We werken aan een visie voor de lange termijn. Hoe gaat de landbouw er over tien jaar uitzien? Ik zit bij de bestuurlijke overleggen met andere belangenbehartigers en bij het ministerie. In de werkgroepen, bijvoorbeeld over het uitwerken van de stikstofmaatregelen, zitten mensen met specialistische vaktechnische kennis.”

Overleggen met andere belangenbehartigers, betekent dat een opleving van het Landbouw Collectief?

“Nee, dat komt er ook niet, denk ik. De sector heeft te veel diversiteit om weer op zo’n manier samen te werken, om een geluid te kunnen communiceren. Er is wel afstemming en overleg onderling op onderwerpen. Zo versterken we elkaar.”

Zaten die andere clubs wel op de komst van Agractie te wachten?

“Onze kracht zit in de manier van communiceren. De lijntjes zijn kort, via WhatsApp en social media, met een enorm bereik. Naar boeren toe, maar ook met het ministerie of Tweede Kamerleden. En daar zijn ze blij mee. Kamerleden weten ook niet alles, die zijn blij met de informatie die we kunnen bieden. Ook de linkse partijen. Daar doen ze misschien niet meteen wat mee, maar er is in ieder geval begrip voor de positie van de boer. Uiteindelijk voert het ministerie uit wat de Tweede Kamer besluit, dus moet je juist bij politici zijn. Op het ministerie zie ik de toegevoegde waarde van het informele contact dat er is met ambtenaren. Je kunt ze wijzen op praktische bezwaren in hun juridische oplossingen.”

En is dat effectief?

“Er blijft altijd een wij-zij-verstandhouding. Op beleidsgebied moet er iets gebeuren, het is onze taak om ervoor te zorgen dat de boer daar niet slechter van wordt. Dan moet je samen gaan onderzoeken wat het beste is. En ja, er zullen ook situaties zijn dat je er niet samen uitkomt. Dan trekken wij onze handen ervan af en laten we dat ook aan de achterban weten.”

Zoals bij de voermaatregel, afgelopen juli?

“Ja, bijvoorbeeld. Toen bleek dat de bezwaren van de sector, maar ook van de voersector zelf en de dierenartsen, zwaarder wogen dan de winst van de maatregel. Het enige wat overbleef was dat ding van tafel halen.”

De stikstofdiscussie is nog niet ten einde, word je er niet gek van af en toe?

“Je denkt wel eens ‘waar zijn we mee bezig’, er zitten honderden uren overleg in dat dossier. Nederland zit nu eenmaal in die juridische positie, daar moeten we iets mee. Maar niet ten koste van de boeren.”

Jullie acties zijn ook gericht op een betere prijs voor boeren via de supermarkten, is daar binnenkort resultaat van te verwachten?

“Die gesprekken verlopen moeizaam. In de retail is er geen urgentie voor dit probleem. De regelgeving van de Autoriteit Consument en Markt maakt het ook niet makkelijker. We zitten in een internationale markt, met grote invloed van de export op de boerenprijzen.”

Is onderhandelen met het ministerie makkelijker dan met de supermarkten?

Het blijft even stil aan de andere kant. “Het kabinet zorgt ervoor dat de lasten voor de boeren stijgen, ze moeten steeds weer investeren. De opbrengstprijs blijf gelijk of daalt, dat is al jaren zo. In de prijsdiscussie staat iedereen voor z’n eigen belang en kiest de supermarkt de kant van de consument. Dit loopt echt te traag. Boeren worden het vroeg of laat zat.”

En dan?

“Dit najaar zal er nog wel wat gebeuren, verwacht ik. Het zal me niet verbazen als er weer trekkeracties komen.”

Op jullie initiatief?

“Dat zien we tegen die tijd wel. We zijn in ieder geval niet positief over de lijn die nu door het kabinet gevolgd wordt, ze pakken het rigoureus aan.”

Dit kabinet zit nog een klein half jaar.

“Er hangt de boeren nogal wat boven het hoofd, als alle maatregelen in de wet terechtkomen. Een volgend kabinet moet heel wat rechtser worden, wil je daar ruimte krijgen. Zelfs in boergezinde partijen klinken soms de geluiden om krimp van de veestapel.”

Corona gooit deze maand weer roet in het eten voor jullie Boer Burger Brunch. In maart werd deze al verschoven en nu weer afgelast.

“Helaas, maar we blijven wel ludieke acties organiseren. We willen de stadse burger dichter bij de boer brengen, met positieve aandacht. Wat dat betreft laat de sector veel liggen. Boeren zitten te veel op hun eigen erf. Burgers weten niet wat er op het boerenerf gebeurt, maar vinden er wel wat van. Daar wordt beleid van gemaakt, waardoor boeren in een nóg moeilijker positie komen te zitten. Het is een vicieuze cirkel. Om die te doorbreken zouden de boerenzonen en -dochters van nu moeten gaan werken bij het ministerie of in Wageningen. Mensen die kennis hebben van de praktijk, die met de poten in de klei staan, die begrijpen hoe het werkt.”

Is dat iets wat je jouw kinderen zou aanraden?

“Ik snap best waarom je, als je gewend bent buiten te leven, niet op een kantoor wilt werken. Maar het is wel nodig.”

Ze zoeken ook nog zo iemand bij LTO, als voorzitter, heb je daar geen interesse in?

“Nee, dat is niet mijn ding. Ik ben daar veel te graag boer voor. LTO is een log schip, momenteel stuurloos zonder kapitein. Degene die daar aan het roer komt te staan wacht een fikse klus. Daar moet iemand komen die de diverse sector kent en vertegenwoordigt, en tegelijk bekend is in de politiek. Dat is in het belang van de hele sector. Ik ben geen lid van LTO, ook nooit geweest, dat is ook een financiële overweging. Maar ik heb niks tegen de organisatie. Met Agractie willen we niet afgeven op de bestaande partijen, ook niet op de vakbonden. We willen juist verbinden en versterken, zorgen dat er geen ruis ontstaat tussen boeren onderling, en dat er betere resultaten komen. Want de burger ziet die verschillen niet. Een boer is gewoon een boer, zoals voor ons elke bouwvakker gewoon een bouwvakker is.”

 

Agractie: actievoeren en belangenbehartiging zij aan zij

Agractie profileert zich als belangenbehartiger en actieorganisator. Dat zijn wat Bart Kemp betreft twee aparte sporen. De organisatie is dan ook in tweeën geknipt. Kemp is voorzitter van de stichting Agractie. Deze organiseert de acties en onderhoudt contacten op allerlei niveau. De gelijknamige ledenvereniging, met inmiddels duizenden boeren als lid, staat onder voorzitterschap van melkveehouder Erik Luiten uit Aalten. Die houdt zich bezig met de inhoudelijke overleggen op zowel landelijk als provinciaal niveau. Agractie heeft vertegenwoordiging in tien provincies.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.